Actieve componenten
De vlugolie van Myrtus communis (Echte Myrte) bevat gemiddeld 60 % monoterpenen, waarbij alfa-pineen overheerst. Verder 30 % oxyden, waarvan 1,8-cineol het belangrijkste is. De 10 % overige stoffen zijn niet zonder belang omdat ze, zelfs in kleine hoeveelheden, synergistisch bijdragen aan de heilzame werkingen van deze plant. Het gaat daarbij om stoffen zoals methyl-eugenol of linalol, een monoterpénol.
De Rode Myrte is een biochemische variant, die vooral in Marokko geteeld wordt. De samenstelling sluit nauw aan bij die van de Echte Myrte , die soms ook als Groene Myrte beschreven wordt. Deze “rode” variëteit is rijker aan myrtenylacetaat, maar bevat dan van andere componenten wat minder.
Hoofdindicaties en toepassingen
Al in de klassieke oudheid werd myrte gebruikt in hoestsiropen ter behandeling van luchtwegaandoeningen en slijmen, maar ook bij sinusholte-ontstekingen. Bovendien geldt deze plant ook als ontsmettingsmiddel voor de urinewegen.
Tegenwoordig staat vooral de expectorerende werking in the picture, in het bijzonder in de Duitstalige wereld. De doelgerichte werking op de luchtwegen, en dan nog meest op de grote luchtpijptakken en de keelholte is opmerkelijk. Men omschrijft de plant dan ook als ontzwellend, hoestwerend, expectorans, mucolyticum enz. De vlugolie werkt bovendien krampwerend en vooral ook tegen bacteriën en schimmels. Deze anti-infectieuze werking werd ook al herhaaldelijk aangetoond. Het hoog gehalte aan monoterpenen is waarschijnlijk in hoofdzaak verantwoordelijk voor de bio-actieve werking. Die stoffen kunnen immers de structuur van de membraanopbouw van onze epitheelcellen gunstig beïnvloeden.
Bij fysiologisch verantwoorde doses is er geen enkele tegenindicatie. De vlugolie afkomstig van biologische teelt, is zeldzaam en daarom ook vrij duur. Gebruik van de bio-kwaliteit sluit echter wel de aanwezigheid van heel wat mogelijks niet ongevaarlijke componenten uit.